Jongens en meisjes: over zelfbeeld, persoonlijkheid en schoolprestaties

Er wordt veel gesproken over verschillen in schoolprestaties tussen jongens en meisjes. Jongens zouden beter zijn in rekenen en meisjes beter in taal. In de academische literatuur bestaat hier nog geen consensus over. Of de verschillen er zijn, hangt sterk af van de leeftijdsgroep waarnaar wordt gekeken, naar de domeinen (taal of rekenen) en welke instrumenten worden gebruikt om de schoolprestaties in kaart te brengen (bijvoorbeeld toetsscores, of oordeel van de leerkracht). In Limburg zien we echter wel het stereotype beeld dat jongens het beter doen bij rekenen en dat meisjes beter zijn in taal (zie figuur 1).

Figuur 1

Figuur 1

Deze verschillen kunnen belangrijke gevolgen hebben voor keuzes die jongens en meisjes maken in hun vervolgopleiding en in hun baan. Er is echter weinig duidelijkheid over de oorzaak van deze verschillen, en met name over wat daarbij de rol is van sociaal-emotionele aspecten, zoals zelfbeeld, stereotypering en persoonlijkheid. Het is nuttig om meer inzicht te krijgen of de geslachtsverschillen ontstaan omdat jongens en meisjes verschillen in sociaal-emotionele vaardigheden of dat ze verschillen in de manier waarop ze deze vaardigheden gebruiken. Inzicht in dit verschil geeft ook richtlijnen voor eventueel te voeren beleid in de school dat als doel heeft de verschillen tussen jongens en meisjes te verkleinen.

In een studie die ik samen met Bart Golsteyn deed, kijken we naar aspecten van sociaal zelfbeeld en persoonlijkheid van kinderen waarvan bekend is dat ze een belangrijke rol kunnen spelen op school, zowel voor schoolprestaties bij taal en rekenen als voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen op school. In deze blog licht ik de belangrijkste resultaten toe. Onderaan de blog staat de link naar het volledige artikel.

Sociaal zelfbeeld
We kijken allereerst in hoeverre het zelfbeeld van jongens en meisjes onderling verschilt. We hebben leerlingen in groep 8 een set stellingen beantwoord waarmee hun sociaal zelfbeeld in kaart kan worden gebracht. We maken daarbij onderscheid tussen:
(a) vaardigheden van vriendschappelijke of creatieve aard: vrienden maken, iemand troosten, omgaan met andere leerlingen, muziek maken, toneel spelen, met dieren omgaan.
(b) Vaardigheden die zich op het terrein van verbale uitdrukking bevinden: discussiëren, de baas zijn, je mening geven, winnen in een discussie, je zin krijgen, of sterker zijn dan anderen.

Figuur 2 laat de verdelingen van de scores voor deze twee onderdelen zien voor jongens en meisjes. Hoe verder deze verdelingen naar rechts liggen, hoe vaker er hogere scores gehaald worden. De figuren laten zien dat meisjes gemiddeld hoger scoren op het zelfbeeld van vriendschap en creativiteit, terwijl jongens hoger scoren op het zelfbeeld van de verbale uitdrukking. Dit laatstgenoemde verschil is kleiner.

figuur2

Figuur 2

Persoonlijkheidskenmerken
We bekijken vervolgens in hoeverre persoonlijkheidskenmerken verschillen tussen jongens en meisjes. We zoomen hier in op zorgvuldigheid, openheid/nieuwsgierigheid en emotionele stabiliteit omdat deze kenmerken onderwijsuitkomsten het sterkst blijken te voorspellen.

figuur3

Figuur 3

Zorgvuldigheid verwijst naar ordelijkheid, planmatigheid en de mate van zelfdiscipline. Als we kijken naar de verschillen tussen jongens en meisjes in zorgvuldigheid zien we in figuur 3 dat meisjes iets hoger scoren, maar dit verschil is niet zo groot als vaak wordt gedacht.
figuur4

Figuur 4

Openheid verwijst naar het openstaan voor nieuwe ervaringen en het hebben van intellectuele nieuwsgierigheid. Jongens scoren op dit persoonlijkheidskenmerk iets hoger dan meisjes, zoals figuur 4 laat zien.
figuur5

Figuur 5

Emotionele stabiliteit verwijst naar de mate van evenwichtigheid, en gevoeligheid voor stress en angst. Figuur 5 laat zien dat jongens hierop hoger scoren dan meisjes.

Relatie met scores op taal en rekenen voor jongens en meisjes
Vervolgens bekijken we of de hierboven genoemde aspecten van sociaal zelfbeeld en persoonlijkheid voor jongens en meisjes op eenzelfde manier samenhangen met de scores op taal en rekenen in groep 8. Anders gezegd, zijn jongens beter/slechter dan meisjes in het omzetten van bijvoorbeeld een hoge zorgvuldigheid naar goede schoolprestaties? Tabel 1 laat zien dat de correlatie tussen sociaal-emotionele vaardigheden en taal vergelijkbaar is tussen jongens en meisjes, met uitzondering van zelfbeeld op het gebied van vriendschap en creativiteit. Dit heeft voor meisjes een positieve correlatie met hun taalprestaties, maar voor jongens wordt geen significante correlatie gevonden. (Een * geeft aan dat de correlatie tussen de sociaal-emotionele vaardigheid en de deelscore bij taal of rekenen statistisch significant is)

Bij rekenen zien we meer verschillen tussen jongens en meisjes. We zien dat aspecten als openheid, emotionele stabiliteit en zelfbeeld op het gebied van verbale uitdrukking voor meisjes een sterkere correlatie vertonen met scores bij rekenen dan voor jongens. Interessant is dat dit juist aspecten zijn waarop de jongens in het algemeen hoger scoorden, maar de meisjes lijken deze vaardigheden ‘beter’ te gebruiken bij rekenen dan jongens. Mogelijk zijn meisjes met deze kenmerken minder gevoelig voor negatieve stereotypering met betrekking tot rekenvaardigheden en geslacht, en scoren zij daarom beter.

tabel1

Tabel 1

Door gebruik te maken van bepaalde onderzoeksmethoden, is het mogelijk om de verschillen tussen jongens in meisjes in schoolprestaties uit te splitsen naar hoe ze op deze sociaal-emotionele vaardigheden scoren (ofwel hoeveel ze ervan hebben) en hoe ze deze ‘gebruiken’ bij taal en rekenen. Dit onderscheid kan belangrijk zijn voor leerkrachten bij het sturen op de ontwikkeling van deze vaardigheden. De methode komt neer op het doorrekenen van twee gedachte-experimenten: (1) Als jongens en meisjes gelijke kenmerken hadden op de onderzochte variabelen of (2) deze op dezelfde manier zouden gebruiken bij taal en rekenen, wat zouden dan de gevolgen zijn voor hun schoolprestaties?

Wat als meisjes en jongens gelijke sociaal-emotionele vaardigheden zouden hebben?

In het algemeen kunnen we stellen dat de aspecten van zelfbeeld en persoonlijkheid die jongens meer bezitten positief relateren aan de scores voor taal en rekenen: minder hoge scores op zelfbeeld op het gebied van vriendschap en creativiteit, hogere scores bij zelfbeeld op het gebied van verbale uitdrukking en hogere score op openheid.

  • Als meisjes dezelfde scores als jongens zouden hebben voor zelfbeeld op het gebied van vriendschap en creativiteit (wat in dit geval lagere scores voor hen zou betekenen), dan zou dit, als er niets anders verandert, voor hun hogere rekenscores betekenen (0.11 standaarddeviatie). Als meisjes dezelfde scores als jongens zouden hebben voor zelfbeeld op het gebied van verbale uitdrukking (wat zou betekenen dat ze hierop dus hoger zouden scoren), zou dit ook hogere rekenscores betekenen (0.06 standaarddeviatie). Als meisjes even hoog zouden scoren op openheid als jongens, zouden hun rekenscores hoger zijn (0.03 standaarddeviatie).
  • Andersom zouden jongens lagere taalscores hebben als ze dezelfde scores voor zelfbeeld zouden hebben dan meisjes (0.08 standaarddeviatie lager als ze gelijke scores zouden hebben voor zelfbeeld op het gebied van vriendschap en creativiteit en 0.05 standaarddeviatie lager als ze gelijke scores zouden hebben voor zelfbeeld op het gebied van verbale uitdrukking). Als jongens even hoog zouden scoren op openheid als meisjes (minder open), zouden hun taalscores lager zijn (0.04 standaarddeviatie).

Wat als meisjes en jongens de sociaal-emotionele vaardigheden op dezelfde manier zouden ‘gebruiken’ bij schoolprestaties?

In het algemeen zien we aanwijzingen dat meisjes de persoonlijkheidskenmerken openheid en zorgvuldigheid efficiënter lijken in te zetten bij schoolprestaties dan jongens.

  • Als meisjes hun openheid op eenzelfde manier zouden gebruiken als jongens bij rekenen, zouden hun rekenscores lager zijn (0.13 standaarddeviatie). Als jongens hun openheid op eenzelfde manier zouden gebruiken als meisjes, zouden hun rekenscores hoger zijn (0.19 standaarddeviatie).
  • Als jongens hun zorgvuldigheid op eenzelfde manier zouden gebruiken als meisjes bij rekenen, zouden hun taalscores hoger zijn (0.12 standaarddeviatie)

Het onderzoek geeft hiermee aan dat de verschillen tussen jongens en meisjes in hun prestaties mogelijk verklaard worden door verschillen in hun zelfbeeld en persoonlijkheid. Zij hebben gemiddeld een verschillende persoonlijkheid en zetten deze op een verschillende manier in op school. Beleidsaanbevelingen zijn vooralsnog lastig hieruit te destilleren. De oorzaak-gevolg relatie is immers niet duidelijk. Zijn meisjes beter in het omzetten van zelfbeeld naar schoolprestaties, of hebben goede schoolprestaties bij meisjes een sterkere impact op zelfbeeld? Meer onderzoek naar de causale verbanden is daarom noodzakelijk, en deze verkenning geeft daarmee een eerste aanzet.

Dit gesteld hebbende, lijkt de sterkere relatie voor meisjes tussen zelfbeeld op het terrein van verbale uitdrukking (‘je mening geven’, ‘de leiding nemen’) en uitkomsten bij taal en rekenen een reden om aan dit zelfbeeld bij meisjes meer aandacht te besteden. Leerkrachten zouden meer kunnen inzetten bij meisjes op het ontwikkelen van een hoger zelfbeeld op dit terrein. Dit zou een positief effect kunnen hebben op hun rekenprestaties. Dit geldt ook voor openheid. Voor meisjes geldt dat ze gestimuleerd kunnen worden openheid verder te ontwikkelen.

Referentie naar ons volledige artikel:

Bart Golsteyn & Trudie Schils (2014) “Gender gaps in primary school achievement: A decomposition into endowment and returns to IQ and non-cognitive factors. Economics of Education Review, 41: 176-187, 2014.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: